Als je in de schaduw van het Daknamstadion bent geboren en er nog altijd woont, dan kan het niet anders of je hebt een tricolore hart. Brad Van Acker (24) is in dat geval. Hij heeft nog groeimarge, beseft hij, maar die moet nu geoptimaliseerd worden. Dat hij dat bij Lokeren-Temse kan doen, stemt hem uitermate tevreden.
“Ik begon met voetbal toen ik vijf was, met een buurjongen die het nu niet onaardig doet, om het met een understatement te stellen: Manuel Benson. Toen mijn vader één jaar trainer was bij Sint-Niklaas, ging ik met hem mee, maar nadien speelde ik bij Sporting tot de U19. Er waren niet alleen de trainingsmomenten, ook voor en na die trainingen en tijdens de vakantie waren we hier aan het voetballen. Soms met Manuel Benson, vaak ook met Ortwin De Wolf. We spraken altijd af op de jeugdterreinen. Uren hebben we daar gesleten.
Ik ging toen naar de U19 bij Gent-Zeehaven. Later waren er de Beloften van Zele waar ik ook met de A-kern mocht meetrainen. Nadien kwam Doorslaar, al werd ik daar wel afgeremd door een ernstige blessure. Vorig jaar speelde ik bij Doorslaar B in vierde provinciale, om weer wedstrijdritme op te doen. Ik ken de reeks en de tegenstanders dus goed. Ik denk dat ik mijn streng zal kunnen trekken, ik ben nog maar 24 en heb nog heel wat groeimarge. Maar die moet ik nu wel ten gelde maken.
Ik ben iemand voor het middenveld, posities 6 of 8, zelfs 10 als het moet. Ik kijk enorm uit naar het volgende seizoen, dat kan ik je wel vertellen. Weet je, sport is mijn lang leven. Ik studeerde drie jaar criminologie, maar zit nu in mijn tweede jaar journalistiek. Ik mocht al stage lopen bij Play Sports, een hele ervaring. Tijdens mijn stage liep ik daar Killian Overmeire tegen het lijf. We hebben nog heel wat gepraat over Sporting, de gloriedagen en het einde in mineur. Ik mocht zelf ook al een paar keer monteren en die beelden zijn ook effectief gebruikt, zoiets stemt je trots. Het actieve voetbal combineren met een job die ook voetbal gerelateerd is: dat zint me wel.”
Recente reacties