De volledige spelersgroep en staf bliezen zaterdagmorgen verzamelen in de Lato ruimte van het Daknamstadion. De vergadering verliep conform de geldende maatregelen omtrent corona.

Hoofdcoach Chris Janssens en assistent Geert Dirinck lichtten het voorbereidingsprogramma toe aan de spelersgroep. De belangrijkste data uit die voorbereiding zijn deze:

  • Begin juni: spelers kunnen onder begeleiding sessies op de club bijwonen die voorbereiden op de effectieve trainingen. Deze sessies zijn vrijblijvend. Hoeveel spelers er op zo een sessie aanwezig kunnen zijn, zal afhangen van de dan geldende regels omtrent corona.
  • 14 juli: officiële start trainingscampagne. De trainingen zijn vanaf dat moment verplicht en georganiseerd. Modaliteiten zullen worden bepaald naargelang de dan geldende regels omtrent corona.

Verder werd een nog sterk voorlopig overzicht gegeven van de geplande oefenwedstrijden. Er zijn een drietal wedstrijden tegen tegenstanders uit de provinciale reeksen, de andere wedstrijden zijn tegen ploegen uit de nationale reeksen of zelfs hoger. Via onze kanalen zal dit programma trouwens zo snel als mogelijk worden meegegeven zodra het definitief is.

De coach hield er ook aan de spelers te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Volledige overgave en inzet zijn daarbij kernwaarden. Respect voor en contact met de fans worden tevens als een must beschouwd.

Chris Janssens:

Ik vond dit een bijzonder nuttige bijeenkomst. Ik had met een paar spelers vandaag voor het eerst persoonlijk contact. Daaruit bleek vooral hoe gretig iedereen wel is om er aan te beginnen. Spelers kunnen zelfs nu al beroep op ons doen om zich fysiek klaar te stomen voor het nieuwe seizoen. Het valt op hoeveel jongens daar gebruik van maken. We bieden de spelers omstandigheden aan die vergelijkbaar zijn met profclubs, zowel op het vlak van trainingen als wat betreft advies qua voeding, rust, medische begeleiding. Maar we vragen natuurlijk wel degelijk een return. Ik heb hen duidelijk gemaakt dat we hoge eisen aan hen stellen, dat we ambitieus zijn. Maar tegelijk heb ik hen op het hart gedrukt bescheiden te blijven en zich geen kapsones aan te meten.”

P